Universiteit Leiden

nl en

Twintig jaar na de aanslagen op 11 september - een leeslijst

Op zaterdag 11 september is het 20 jaar geleden dat twee vliegtuigen zich op een Nederlandse namiddag in het World Trade Centre in het hart van Manhattan boorden. De gebeurtenis die op ongeëvenaarde wijze live in beeld kon worden gebracht op televisie, grifte zich in het geheugen van velen, niet alleen in de Verenigde Staten, maar over de hele wereld. 11 september werd niet alleen het onderwerp van veel onderzoek, maar had ook grote culturele invloed. Er ontstond bijvoorbeeld een geheel nieuw genre: de 9/11-roman. De onderstaande leeslijst is een selectie van enkele van deze werken, academisch of literair, uit de collecties van de Universitaire Bibliotheken Leiden (UBL).

Alle boeken in de onderstaande lijst zijn afkomstig uit de collecties van de Universitaire Bibliotheken Leiden (UBL), maar zijn slechts een selectie van de honderden boeken die de UBL over dit onderwerp bezit. Klik op de link onder de titel van het boek om het aan te vragen, of zoek zelf in onze Catalogus.

Don DeLillo, Falling Man

2007

Samen met schrijvers als Thomas Pynchon, Cormac McCarthy en Philip Roth wordt Don DeLillo beschouwd als één van de belangrijkste vertegenwoordigers van een generatie schrijvers in de Amerikaanse literatuur. Met Falling Man (2007) schreef DeLillo een zogenaamde 9/11-roman. De titel verwijst naar de beroemde televisiebeelden waarop mensen te zien zijn die uit de World Trade Center-torens sprongen en naar beneden vallen. Tegelijkertijd is de titel een verwijzing naar een personage in de roman, die de bijnaam ‘Falling Man’ heeft, en die zich aan torens ophangt aan een touw en in een soort harnas, aldus de televisiebeelden opnieuw opvoerend. Het hoofdpersonage in deze roman is echter niet deze ‘Falling Man’, maar de 39-jarige advocaat Keith Neudecker, die 9/11 weliswaar overleeft, maar nadien moet leren leven met de traumatische gebeurtenissen van 11 september 2001.

Jean Baudrillard, L’Esprit du terrorisme / The Spirit of Terrorism

2002

De Franse filosoof Jean Baudrillard (1929-2007) heeft zich zijn leven lang bezig gehouden met de relatie tussen de mediarepresentaties van de werkelijkheid en de werkelijkheid zelf. Hij verwierf bekendheid met het argument dat de werkelijkheid is ‘vermoord’: de mediale representatie is inmiddels ‘echter’ dan de werkelijkheid zelf. Vanuit zijn interesse voor mediarepresentaties hield Baudrillard zich ook bezig met mondiale gebeurtenissen zoals de dood van prinses Diana, het WK voetbal, maar ook oorlogen en genocides. Vanuit die interesse becommentarieerde Baudrillard ook 9/11. Volgens Baudrillard ligt de enorme ‘kracht’ die uitgaat van de aanslagen van 11 september 2001 niet alleen, en zelfs niet primair, in het fysieke geweld en het maken van slachtoffers, maar ligt die in de symboliek van het bloedbad dat werd aangericht.

“Wat hij de ‘geest van het terrorisme’ noemt is de ontstane nachtmerrie van de fantasie die werkelijkheid is geworden, wat wil zeggen dat wij allen in het Westen, of we nu links of rechts zijn, onderdeel zijn van een moordlustig spel waarvan de regels constant veranderd worden, niet volgens de geglobaliseerde strategieën van de Westerse machten, maar volgens de ondoorgrondelijke, uiteindelijk onkenbare eisen van ‘de vijand’,” schreef een recensent in de New Statesman over The Spirit of Terrorism.

Mohsin Hamid, The Reluctant Fundamentalist

2007

Het verhaal van de ‘terughoudende fundamentalist’ is een monoloog van de verteller (Changez) tegen een onbekende Amerikaan die net is aangekomen in Lahore. Door de verteller te volgen in zijn levensverhaal wordt 9/11 in een transnationaal kader geplaatst. Changez verplaatst zich van Pakistan (zijn geboorteland), naar de Verenigde-Staten (land van zijn werkgever), en vervolgens (in opdracht van zijn werkgever) naar oa de Filipijnen en Chili (waar de ‘eerste’ 9/11 plaatsvond).

De gebeurtenissen van 9/11 worden zo binnen een geglobalizeerde context geplaatst en onderzocht. Door Changez zijn eigen verhaal op genuanceerde wijze te laten vertellen; hoe hij zich van één uiteinde – onderdeel van het geglobalizeerde kaptialische systeem – naar het andere verplaatst – als felle criticus van buitenlands beleid van de VS – presenteert Hamid 9/11 als gebeurtenis en als verhaal op een kritische wijze, in schijnbare tegenstelling tot Westerse narratieven. De problematische verhouding tussen verschillende discours en de spanning die dit creëert wordt op interessante wijze vormgegeven: Een Pakistaanse hoofdpersoon die in de vorm van een monoloog aan het woord is, gericht tot een anonieme Amerikaanse luisteraar.

Bob Woodward, Bush at War

2002

Wie waagde als eerste een poging om een geschiedenis van de aanslagen van 11 september 2001, de daaropvolgende gebeurtenissen en het begin van de ‘War on Terror’ te schrijven? Al in november 2002 publiceerde Bob Woodward zijn kroniek-achtige uiteenzetting van de maanden na de aanslagen, waarin hij vertelde over het besluitvormingsproces van de Bush-regering in National Security Council (NSC)-meetings. Als bron gebruikte hij de voor zijn werk kenmerkende diepte-interviews met hooggeplaatste personen uit de Presidentiële administratie en notities uit deze NSC-bijeenkomsten. Het boek gaf een tot dan toe ongekend inzicht in de tactische en strategische beslissingen die leidden tot de oorlog in Afghanistan en liet de besluitvorming rondom de oorlog in Irak doorschemeren. Woodward's 'fly-on-the-wall'-benadering heeft echter zijn voor- en nadelen. Zijn ongeëvenaarde vermogen om toegang te krijgen tot de hoogste niveaus van de uitvoerende macht biedt unieke inzichten, maar de focus op individuen laat weinig ruimte voor reflectie en historische analyse. Het boek werd alom geprezen voor het detail en openhartigheid van sleutelfiguren, maar kreeg ook kritiek van alle kanten van het politieke spectrum. Aanhangers van de regering bekritiseerden het voor het helpen van ‘de vijand’, terwijl tegenstanders van de regering en de oorlog in Afghanistan Woodward bekritiseerden voor een ‘zachte benadering’, met het doel toegang te behouden, en een gebrek aan bronnenkritiek met betrekking tot interviews en aantekeningen.

Vanwege de gekozen cookie-instellingen kunnen we deze video hier niet tonen.

Bekijk de video op de oorspronkelijke website of

David Simpson, 9/11: The Culture of Commemoration

2006

Hoe werden de gebeurtenissen op 11 september 2001 gekaderd en herdacht in het Amerikaanse publieke debat? Hoe werden 9/11 en het verdriet dat het veroorzaakte geïnstrumentaliseerd en toegeëigend voor politiek gewin? Simpsons boek onderzoekt de reacties van het publiek op 9/11 en onderzoekt de politieke en ideologische belangen in praktijken van openbare rouw en herdenking: de populaire serie overlijdensberichten 'Portraits of Grief' in de New York Times; de omstreden plannen voor de wederopbouw van het World Trade Center; de controverses rond de representatie van Amerikaanse en Irakese doden na de invasie van Irak, en het schandaal van de Abu Ghraib-martelfoto's. Het boek van Simpson, geschreven vanuit het veld van Amerika-studies als een interventie in Amerikaanse debatten, valt op door de manier waarop het Europese continentale filosofie en kritische theorie introduceert in deze debatten. Het boek laat ook zien hoe productief een geesteswetenschappelijke benadering kan zijn bij het kritisch reflecteren op de politiek van herdenking en bij het verwerken van het ‘trauma’ van 9/11.

Svenja Dominique Frank (ed.), 9/11 in European Literature: Negotiating Identities Against the Attacks and What Followed

2017

Deze recente verzameling wetenschappelijke essays valt op door zijn focus op de representatie en algemene weerslag van 9/11 in de Europese literatuur. Welk effect hadden deze gebeurtenissen en hun nasleep aan de andere kant van de Atlantische Oceaan en hoe werden ze geregistreerd in de Europese literatuur? Hoe hebben ze bijgedragen aan het begrip van het 'zelf' en van de 'ander' en aan het consolideren, onderhandelen of verstoren van Europese en nationale identiteiten? Dit boek is gericht op het effect van 9/11 in de Europese nationale literatuur (Anglo-Ierse, Britse, Nederlandse, Vlaamse, Franse, Duitse, Italiaanse en Poolse) en biedt tegelijkertijd transnationale perspectieven op de Europese receptie van 9/11. De collectie legt in het bijzonder de nadruk op (zelf)kritische stromingen in de Europese literatuur die de processen van othering, islamofobie en de intensivering van het nationalisme na 9/11 onderzoeken, en de eurocentrische en neokoloniale veronderstellingen blootleggen die de vermeende onschuld van het Europese humanisme aantasten.

Ian McEwan, Saturday

2005

De directe en indirecte literaire reacties op 9/11 waren zo uitgebreid dat ze wetenschappers ertoe brachten van een nieuw genre te spreken: de ‘9/11-roman’. Ook de Europese literatuur heeft een bijdrage geleverd aan dit genre. Ian McEwans roman Saturday (2005) gaat niet over 9/11, maar biedt een genuanceerd en complex verslag van het discursieve landschap van na 9/11 in Europa – en in het bijzonder in Groot-Brittannië – tegen een achtergrond van anti-oorlogsdemonstraties in Londen tegen de invasie van Irak in 2003. De roman concentreert zich op het persoonlijke verhaal van een neurochirurg van middelbare leeftijd wiens leven wordt verstoord door een incident dat leidt tot de gewelddadige inmenging van een andere man in zijn leven en dat van zijn familie. De roman ensceneert door dit verhaal de verstrengeling van de private, huiselijke sfeer met het publieke - wereldwijde politieke gebeurtenissen in de nasleep van 9/11 - en laat zien hoe de twee elkaar kunnen spiegelen of doordringen. Het boek werpt ook vragen op over de keuzevrijheid van het individu ten aanzien van politieke gebeurtenissen, de medeplichtigheid van het Westen aan mondiale ongelijkheid, en het verlies van gevoel van meesterschap en controle van de Westerse mens - het zogenaamde einde van het "First-Worldism” - na 9/11. Daarnaast is de roman ook een aangrijpende verkenning van het potentieel van literatuur om in te grijpen in politieke debatten en zelfs oplossingen te bieden.

Art Spiegelman, In the shadow of no Towers

2004

De auteur van In the Shadow of no Towers was in Manhattan toen het World Trade Center werd aangevallen. In tien kartonnen pagina’s maakt hij ons deelgenoot van het verwerkingsproces van zijn trauma. Spiegelman gebruikt verschillende stijlen en technieken om zijn gevoelens en ideeën over zijn ervaringen te delen, zonder echt vast te houden aan een narratief. Dit doet de comic soms aanvoellen als een koortsdroom, losgezongen van de realiteit. Daar waar een strip de emotionele ontmoeting met zijn dochter laat zien, van wie hij dacht dat ze was overleden op haar school dicht bij het World Trade Centre, noemt hij in een andere strip George W. Bush, Dick Cheney, John Ashcroft en Donald Rumsfeld de “Architecten van Armageddon”. De strip moet daarom meer gelezen worden als een egodocument dan als een poging de gebeurtenissen accuraat weer te geven of de aanslagen te herdenken. Het werk toont hoe desoriënterend, absurd en traumatisch het was om als Amerikaan aangevallen te worden in Amerika door een buitenlandse mogendheid; iets dat tot 2001 voor onmogelijk werd gehouden.

Neem contact op met uw vakreferent

Mist u een boek in deze lijst of wilt u de UBL vragen een boek over de aanslagen of nasleep van 11 september 2001 te verwerven? Neem dan contact op met onze vakreferenten.

Deze website maakt gebruik van cookies.  Meer informatie.