Bijzondere objecten voor bijzondere bezoekers
Speciaal voor de ICAS11-deelnemers waren de mooiste Aziatische stukken uit de Bijzondere Collecties tevoorschijn gehaald. En de Universiteitsbibliotheek had veel personeel op de been gebracht bij de speciaal opgezette pop-uptentoonstellingen op 17 en 18 juli. Want: overal afblijven! En daar werd streng op toegezien.
Op 17 en 18 juli waren de deuren van de Bijzondere Collectiezalen van 17.00 tot 19.00 u open voor de deelnemers aan ICAS11, de grootste Aziëconventie wereldwijd, dit jaar in Leiden. In groepen konden belangstellende congresgangers naar binnen; er mogen maar een beperkt aantal mensen in de zalen aanwezig zijn als daar objecten tentoongesteld worden. Bijzonder was dat de tientallen bezoekers allemaal experts op een Aziatisch deelgebied waren.
Op de eerste dag waren drie tafels ingericht met stukken uit China, Japan en Korea, op de tweede dag waren Zuid- en Zuidoost Azië aan de beurt, met onder meer materiaal uit India, Indonesië, Birma en Vietnam.
Goed geïnformeerd
‘Het was een goed geïnformeerd publiek dat we mochten ontvangen’, zegt Nadia Kreeft. ‘Soms weten de bezoekers over bepaalde stukken meer dan wij. En daar kun je dan weer wat leren, heel bijzonder.’ ICAS11 is met 2500 deelnemers de grootste Aziëconferentie ter wereld en vond dit jaar in Leiden plaats. Kreeft is conservator Japan en Korea en voor zover bekend de jongste conservator van de Leidse universiteitsbibliotheek ooit. Kreeft had op woensdag 17 juli haar pop-updag, op de 18e is ze met haar flamboyante en toch strenge verschijning effectief in het toezicht op de kostbare stukken uit Zuid- en Zuidoost Azië. De bezoekers zijn door vakmatige betrokkenheid echt enthousiast, vertelt Kreeft. Zozeer dat verschillenden van hen vragen of ze dezer dagen nog een keer terug mogen komen om een specifiek object beter te bekijken. Dat kan: het kan worden aangevraagd, waarna het in een zaal wordt klaargelegd voor nadere beschouwing. Tenzij het te kwetsbaar is.
Oost ontmoet west
Conservator Marc Gilbert stelde mede de tafels op de eerste pop up-dag samen. Een was gericht op de ontmoeting tussen oost en west. ‘Daar werd het eerste Nederlands-Chinese woordenboek getoond, vervaardigd in de 19e eeuw. Het is gemaakt door twee personen die elkaars taal nauwelijks kenden, resulterend in merkwaardige fouten. Het woord boeck bijvoorbeeld, wordt vertaald met: voor jezelf beslissen. Een andere tafel had als thema Body and Soul. Daar waren manuscripten en voorwerpen te zien die betrekking hadden op onder meer traditioneel medicijngebruik, anatomie en geloof.’ Tijdens Gilberts toelichting wordt hij aangeklampt door iemand ook nog een keer terug wil komen gedurende zijn verblijf in Leiden. De afspraak is snel gemaakt.
Afbeeldingen en motieven
Catherine Raymond is een van origine Franse kunsthistorica, nu directeur van het Center for Burma Studies van de Northern Illinois University in de Verenigde Staten. Haar bijzondere belangstelling gaat uit naar afbeeldingen en motieven, en iconografie: allerlei afbeeldingen en motieven komen in verschillende delen van Azië in verschillende tijdvakken voor op uiteenlopende materialen. Hoe hebben ze zich verspreid? ‘Ik ben erg verrast’, roept ze op weg naar buiten. Waardoor blijft helaas een geheim.
Manuscripten uit Nepal, de Himalaya en Tibet
Mukta Singh Tamang is afkomstig uit Nepal. Hij is leraar aan de Tribhuvan University in Kathmandu, vertelde hij. ‘Mijn vakgebied betreft manuscripten uit Nepal, de Himalaya en Tibet. Maar de hele cultuur van Azië fascineert me.’ De antropoloog, is onder de indruk van wat hij aantreft in Leiden. ‘Schitterend.’
Lokale literatuur
Minh Tien Nguyen is een student literatuur uit Vietnam. ‘Mijn specialisatie is lokale Vietnamese literatuur’, vertelt hij. Nguyen is vooral geïnteresseerd in de tentoongestelde manuscripten en hij bestudeert ze door een vergrootglas. Ook hij is onder de indruk van wat hij ziet. ‘De manuscripten, de tekeningen… Prachtig!’
21 koperen platen
Het meest bijzondere object dat te zien was, was een groot charter (zie foto hieronder). Een charter is een oorkonde of handvest waarin een aantal principes of afspraken over een bepaald onderwerp worden vastgelegd. Het getoonde stuk komt uit de 11de eeuw, uit Zuid-India en bestaat uit een bronzen ring die 21 koperen platen bijeen houdt. De ring is gesloten met het zegel van koning Rājendra Chola I (1012-1042). Het geheel weegt dertig kilo.
Begraven
In de koperen platen zijn in het Sanskriet en het Tamil op aangeven van de koning teksten gegraveerd. Deze hebben onder meer betrekking op zijn vader die de inkomsten van een heel dorp aan een Maleisische boeddhistische koning schonk zodat die een pagode, een heilige plaats, kon bouwen, een teken van verdraagzaamheid.
Het was de gewoonte een charter te begraven zodat er niets mee kon gebeuren en de afspraken over te schrijven op ander materiaal zodat de tekst toegankelijk bleef. Het stuk mocht zich op 18 juli in een warme belangstelling verheugen.
De objecten van de Universiteitsbibliotheek zijn gecategoriseerd en gefotografeerd of gedigitaliseerd en met een toelichting te vinden op de Bijzondere Collecties blog.
Tekst: Corine Hendriks
Foto's Guus Janssen