Universiteit Leiden

nl en

Boekenweek: onderzoekers en hun eerste literaire liefde - een leeslijst

De boekenweek is alweer bijna voorbij, maar het leesplezier gaat nu pas beginnen. Alle boeken die je bij de bibliotheek of in de boekhandel gehaald hebt liggen op je te wachten, met bovenop de stapel het boekenweekgeschenk van Ilja Leonard Pfeijffer en essay van Marieke Lucas Rijneveld. Beide werken gaan over 'eerste liefde', het thema van de Boekenweek dit jaar. Wanneer werd u voor het laatst verliefd op een boek?

Aan de Universiteit Leiden lopen heel wat mensen rond die zodanig werden betoverd door literatuur of boeken, dat zij er hun beroep van maakten om verhalen of boeken te onderzoeken. Wat was hun eerste literaire liefde? Wat zorgde ervoor dat zij zo gegrepen werden door hun gekozen boek? En wanneer werden zij eigenlijk voor het laatst verliefd op een verhaal?

Wij deelden de verhalen van deze boek- en literatuurwetenschappers al eerder via Instagram, maar om het volledige verhaal van iedere wetenschapper recht te doen laten we ze in deze leeslijst nog één keer de revue passeren.

Bram Ieven

Universitair Docent Leiden University Centre for the Arts in Society


Wat was jouw eerste literaire liefde?
‘Het eerste boek dat me echt wist te raken las ik in een midweek in het voorjaar van 1990. Ik mocht niet naar school en niet naar buiten. Kennelijk was ik ziek genoeg voor quarantaine, maar fit genoeg om te lezen. Uit de plaatselijke bibliotheek van ons kleine dorp aan de rand van België had mijn vader ‘Kruistocht in spijkerbroek’ (1972) voor me gehaald. Mijn oudere zus was fan van Thea Beckman en ze dacht dat het hoofdpersonage van de roman mij wel zou kunnen boeien.‘

‘Zelf mocht ik het boek niet lenen. Ik was tien en de katholieke bibliotheek waar wij als gezin lid van waren, leende Beckman alleen uit aan kinderen ouder dan twaalf. Mijn zus had gelijk. Een midweek lang verzonk ik van de ochtend tot de avond in een wereld die de mijne niet was, maar die me wezenlijker leek dan alles wat er om me heen gebeurde. En voor het eerst ervoer ik hoe een goed boek een gat in je bestaan kan slaan. Terwijl ik het boek las onderging ik een paradoxale ervaring: ik ging steeds sneller lezen, het verhaal sleurde me mee in een soort stroomversnelling waarop ik mijn leestempo wilde aanpassen, maar ik spartelde ook tegen, ik verzette me tegen de snelheid van de stroom die me onverbiddelijk voortstuwde naar het eind van het boek, naar het moment waarop de wereld waarin ik me bevond voor altijd zou uitdoven.’

Ben je recentelijk nog verliefd geworden op een boek?
‘Toen ik in december in quarantaine zat en landerig op de bank voor me uit lag te staren, greep ik naar ‘Het veld’ (2018) van de Oostenrijkse schrijver Robert Seethaler. Ik kreeg het boek van een vriend en het lag al even op het bijzettafeltje naast de bank, dat als literaire wachtkamer dienstdoet. Anders dan ‘Kruistocht in spijkerbroek’ is er geen zweem van avontuur te bespeuren in Seethalers poëtische vertelling. Er is ook geen held. Alleen gewone mensen die in korte hoofdstukken als eigenzinnige vertellers optreden en lukraak herinneringen ophalen aan hun leven in een klein dorp in Oostenrijk. Met een ontwrichtend detail: alle vertellers zijn overleden, ze liggen rustend of rottend in ‘het veld’, zoals het plaatselijke kerkhof wordt genoemd. Scherp en zorgvuldig maar soepel en volkomen ongedwongen beschrijft Seethaler levens zonder grote consequenties of daden, maar die je onverwacht wezenloos achterlaten nadat je de laatste pagina hebt omgedraaid.’

Andrea Reyes Elizondo

Onderzoeker (CWTS) en buitenpromovendus Leiden University Centre for the Arts in Society
 

Wat was jouw eerste literaire liefde?
‘Als kind vond ik alle boeken magisch, ook als ik niet alles begreep. Het is moeilijk om er een te kiezen als de eerste literaire liefde, maar een boek dat mij betoverde was Cuentos Populares Rusos, een verzameling van Russische sprookjes vol met bossen en magische wezens. Ik groeide op in een hele grote stad en mocht niet alleen naar het park, want dat was gevaarlijk. In dit boek kon ik echt buiten spelen.’

Wat maakte dit boek op dat moment zo belangrijk voor je?
‘Het boek was van mijn nicht en neef en ik kreeg het toen zij naar Amerika verhuisden. Het hele pakket: harde kaft, mooie papieren omslag (nu verloren) en zwart-wittekeningen. Het voelde anders dat mijn andere boeken: deftiger, als een echt grote-mensen-boek. De verhalen waren op een bepaalde manier bekend voor mij want het waren sprookjes. Ik denk dat ik de verteltechnieken herkende. En toch zo anders met Baba Yagá, de bijlsoep, vader Winter en het huis met de kippenpotten.‘

Ben je recentelijk nog verliefd geworden op een boek?
‘Alguien Camina sobre tu Tumba van de Argentijnse schrijfster Mariana Enríquez. Het is niet helemaal vergelijkbaar, want het is bijna onmogelijk om als volwassene dezelfde betovering te ervaren. Het boek van Enríquez gaat over haar gerichte bezoeken aan begraafplaatsen. We horen beiden bij de stam die laatste rustplaatsen fascinerend vindt. De vergelijking met de sprookjes is niet vanwege de inhoud maar vanwege het gevoel tijdens het lezen. Ik ken veel begraafplaatsen, maar niet alle die door Enríquez zijn bezocht. Het was bekend maar tegelijkertijd nieuw. Begraafplaatsen zijn niet echt gespreksonderwerpen voor elke gelegenheid, maar nu kon ik buitenspelen met mijn nieuwe vriendin, die ook een rare toeristische smaak heeft.’

Irene O'Daly

Universitair docent Leiden University Centre for the Arts in Society
 

Wat was jouw eerste literaire liefde?
‘Mijn eerste literaire liefde was ‘The Wind in the Willows’, van Kenneth Graham. Het is geschreven in 1908 en is een klassiek Engels kinderboek over dieren - een rat, een mol, een pad en een das - die op avontuur gaan, de betekenis van het ontdekken van vriendschap en de wereld ontdekken buiten de grenzen van hun huis. Mijn grootouders gaven me een geïllustreerd exemplaar onder de kerstboom toen ik zeven was, en het is een van de eerste romans waarvan ik me herinner dat ik hem zelfstandig las.’

Ben je onlangs nog verliefd geworden op een boek?
‘Het boek dat ik op deze foto laat zien is ‘Enkeltje Ierland’, een romantische komedie geschreven in 2016 door Charlotte de Monchy. Het is een feelgood verhaal over een Nederlandse dierenarts, Lisa, die naar Ierland verhuist en onderweg liefde vindt. Ik pikte het boek willekeurig op na mijn verhuizing van Ierland naar Nederland, maar het werd mij heel dierbaar omdat het het eerste boek was dat ik vloeiend in het Nederlands kon lezen, zonder dat ik de zinnen mentaal in het Engels moest vertalen.’

Waarom was dit boek zo belangrijk voor je toen je het las?
‘Verhuizen naar een ander land en je thuis voelen in de taal is een uitdaging. Het kan moeilijk zijn als je niet alles begrijpt wat mensen zeggen of schrijven, en moeite hebt om precies uit te drukken wat je bedoelt. Als enthousiaste lezer is het frustrerend om een ​​boekwinkel binnen te lopen, maar het gevoel te hebben dat alle boeken je begrip te boven gaan. Ik had het gemak en plezier van het lezen van boeken als ‘The Wind in the Willows’, die ik als kind had ontwikkeld, als vanzelfsprekend beschouwd. ‘Enkeltje Ierland’ gaf me voor het eerst weer vertrouwen als lezer in mijn nieuwe taal en het was de eerste van vele Nederlandse romans die ik ben gaan lezen. Het openbaarde de taal voor mij en opende een hele nieuwe wereld van boeken om te verkennen.’

Frans-Willem Korsten

Universitair hoofddocent Leiden University Centre for the Arts in Society
 

Wat was jouw eerste literaire liefde?
‘Het eerste boek dat me betoverde was ‘Het gouden suikerriet’ (1970) van Siny van Iterson. De schrijfster was enkel een naam, pas veel later leerde ik dat ze van de Antillen kwam en via haar man in Colombia was terecht gekomen en dus met kennis van zaken schreef over Colombiaanse situaties. ‘Het gouden suikerriet’ betoverde me omdat het me uit mijn wereld trok naar een wereld waarin mismaaktheid (melaatsheid) zich thematisch verknoopte met literaire schoonheid, en waarin de mensenwereld was verknoopt met stads- en natuurwerelden. Het was denk ik ook een van de eerste kinderboeken die, conform de Nederlandse traditie, niet kinderachtig was. Het was een boek dat me volstrekt volwassen aansprak. En wat dat spreken betreft, sindsdien is de aantrekkingskracht van, of de erotiek in, literatuur voor mij nooit thematisch. Het gaat om hoe de taal wordt gebruikt. Dat is in Van Itersons geval voor een groot deel dialoog. Het boek is deels heel theatraal; een van mijn andere blijvende literaire liefdes.’

Waarom sprak dit boek je zo aan toen je het las?
‘Het boek leerde me veel over de bruutheid van leven en het incasseringsvermogen dat nodig is daar mee om te kunnen gaan. Ik was 11, werd geplaagd door enorme angsten, en dit boek leerde me dat die angsten er niet zo toe deden, of wel, als het maar materiaal werd. Terugkijkend heeft het boek me een levenslange interesse voor Zuid-Amerika opgeleverd, en er volgde een bibliotheekje aan boeken over het continent in een periode die me ook in politieke zin vormde. Slechts drie jaar later was een definitief vormend moment de coup d'etat in Chili, het 9/11 van mijn jeugd in 1973. De literatuur van Iterson was sociaal betrokken op een manier die nergens belerend was, eerder tonend, en betrokken op een manier die de aandacht niet naar de zo betrokken auteur afleidde. Zoals dat gaat met grote auteurs, stond het boek op zichzelf.’

Ben je recentelijk nog verliefd geworden op een boek?
‘Pfoeh, ik kan wel vergelijkbare literaire liefdes aangeven maar die heb ik allemaal vrij lang geleden gelezen, het is steeds rustiger geworden wat betreft nieuwe literaire liefdes. Op een gegeven moment ontstaat er zoveel herkenning dat je denkt: 'Tja.' 'Been there, done that.' Misschien is het eerder dat ik verliefd raak op stemmen, op theatraal vlak. Het gaat mij in literatuur nooit om de plot, maar altijd om de stijl, de taal, de materialiteit van klank en ritme. Daarom ben ik bijvoorbeeld nog steeds rouwig om het verlies van Amy Winehouse, wier teksten op zich niet literair zijn, maar dat worden door haar zang. Onlangs werd ik getroffen door een Braziliaanse rapper, Emicida, die samenwerkte met twee transgender zangers, Majur en Pabllo Vitar, in een lied dat heet 'AmarElo'. Ah, wacht, bedenk ik me nu: Radna Fabius, Habitus (2018). Blijkbaar ben ik snel geraakt door stemmen die het Nederlands van een ander ritme voorzien, en van andere woordkeuzen, dan de al bekende ritmes.’

Rick Honings

Scaliger-hoogleraar Leiden University Centre for the Arts in Society
 

Wat was jouw eerste literaire liefde?
Dat was ‘Uitgeverij Guggenheimer’ (1999) van de Vlaamse auteur Herman Brusselmans. Het boek zorgde voor veel verontwaardiging, omdat Brusselmans er allerlei bekende Vlamingen, onder wie Hugo Claus en Jef Geeraerts, in beledigde. De modeontwerpster Ann Demeulemeester, die er eveneens van langs krijgt, begon zelfs een rechtszaak, met als gevolg dat het boek in Vlaanderen uit de handel gehaald werd. In Nederland lag het wel in de winkels met op het omslag: ‘Uitsluitend voor verkoop in Nederland’.

Waarom sprak dit boek je zo aan toen je het las?
Ik weet nog goed dat ik het aan het einde van de derde klas – ik was toen net vijftien – cadeau kreeg van mijn leraar Nederlands op het Bernardinuscollege in Heerlen. Hij vond er niet veel aan, maar ik was meteen gegrepen door de frisse, vlotte stijl, de grove grappen en het groteske verhaalverloop. Voor mij kwam het boek op precies het goede moment. Voor mij heeft Brusselmans de poort geopend naar de literatuur. Achter elkaar heb ik vervolgens al zijn boeken gekocht en verslonden. Via Brusselmans kwam ik weer in aanraking met 
Charles Bukowski, J.D. Salinger en Gerard Reve, van wie ik ook elke snipper wilde lezen.

Ben je recentelijk nog verliefd geworden op een boek?
Brusselmans’ werk was voor mij als puber een eyeopener; dat heb ik nadien niet vaak meer gehad. Momenteel ben ik vooral gegrepen door de Nederlands-Indische letterkunde, waar ik ook onderzoek naar doe. ‘De stille kracht’ (1900) van Louis Couperus blijft een geweldig boek. Ik ben ook enthousiast over de historische roman ‘Lichter dan ik’ (2019) van Dido Michielsen. Die is bijzonder, omdat daarin een Javaanse njai (huishoudster/concubine) de kans krijgt om haar tragische verhaal te vertellen.

Deze website maakt gebruik van cookies.  Meer informatie.