Louise Glück wint Nobelprijs voor Literatuur
De Nobelprijs voor de Literatuur van 2020 is toegekend aan de Amerikaanse dichteres Louise Glück (1942). Daarmee is de prijs voorbijgegaan aan auteurs als Anne Carson, Jamaica Kincaid en Maryse Condé, die vooraf door academici en literaire critici waren aangewezen als belangrijke gegadigden voor de prijs. De naam van Glück werd de afgelopen jaren zelden genoemd als serieuze Nobelprijskandidaat, terwijl deze prijs bepaald niet de eerste is die haar toevalt.
Eerder ontving Glück onder meer de Pulitzer Prize voor haar veelgeprezen bundel The Wild Iris (1992), waarin bloemen met een tuinman en godin in gesprek treden over het bestaan. Over die bundel schreef de gerenommeerde Amerikaanse critica Helen Vendler eens: “Wat is The Wild Iris een vreemd boek, (…) geschreven in de taal van bloemen.” En inderdaad, bloemennamen tieren welig over de pagina’s van Glücks poëzie: van ‘violets’ tot ‘clover’, en van ‘the Gold Lily’ tot de ‘wild iris’.
Glück debuteerde in 1968 met de bundel Firstborn, die op niet al te veel aandacht van critici kon rekenen. Na een periode van droogte, verscheen in 1975 The House on Marshland, dat door velen wordt beschouwd als haar doorbraak en als de bundel waarin ze haar dichterlijke stem heeft gevonden. Later verschenen nog meerdere bundels, zoals Meadowlands (1996) en Averno (2006), waarin klassieke thema’s als de dood, trauma, afwijzing en het (mislukte) huwelijk steeds weer terugkeren. In het Nederlands taalgebied verschenen nog geen vertalingen in boekvorm van Glücks werk. Wel introduceerde het literaire tijdschrift Yang al in 1977 poëzie van haar in vertaling. In 2004 bracht Erik Menkveld het werk opnieuw onder de aandacht in Nederland, door in tijdschrift Raster een uitvoerige epistolaire inleiding op haar werk te schrijven en enkele van haar gedichten te vertalen.
De UBL heeft een aantal van Glück’s dichtbundels in haar bezit. Daarnaast is over de jaren veel geschreven over Glück en haar werk. Zowel haar dichtbundels als het onderstaande referentiewerk zijn aan te vragen via de onderstaande links, of door zelf te zoeken in onze catalogus.
The House on Marshland – 1975
De tweede dichtbundel van Louise Glück wordt vaak beschouwd als haar grote doorbraak. Deze bundel bevat twee delen: All Hallows en The Apple Trees. In het eerste deel behandelt Glück vooral haar jeugd- en kinderjaren, maar verweeft die met een mythologische en religieuze laag, hetgeen resulteert in aangrijpende en bij vlagen sprookjesachtige gedichten. In The Apple Trees borduurt zij voort op het thema ‘jeugd’, maar verschuift de focus langzaam naar de het thema van de liefde, en de problemen die daarbij opspelen.
Had you died when we were together
I would have wanted nothing of you.
Now I think of you as dead, it is better.
- The Fire
The Triumph of Achilles – 1985
In dit driedelige werk behandelt Glück, zoals in veel van haar andere bundels, de dood. In haar cyclus The End of the World benadert zij de dood niet als een letterlijk einde van de wereld, maar als een persoonlijke vorm van apocalyps. In het bijzonder de dood van haar vader lijkt in dit werk een belangrijke rol te spelen. Een belangrijke afwijking van haar eerdere werk is haar benadering van het christendom. Daar waar zij het geloof eerder objectief benaderde en het uit moderne context trok door het op eenzelfde manier te beschrijven als als mythologische verhalen, benadert zij het christelijke geloof in The Triumph of Achilles op meer persoonlijke en moderne wijze.
Today, when I woke up, I asked myself
why did Christ die? Who knows
the meaning of such questions?
- Winter Morning, 1
Vita Nova – 1999
In de meest recente bundel van Glück in de Leidse collecties, Vita Nova, keert zij terug bij de klassieke dichterlijke thema’s van liefde en dood. In de titel schemert al door dat ook de wedergeboorte een belangrijke rol speelt in de bundel. Verschillende stemmen interacteren met de auteur, de lezer, en met elkaar, op een wijze die doet denken aan het koor in een Griekse komedie. Personages uit de Griekse mythologie worden in haar poëzie in een moderne vorm gegoten. Op die wijze toont Glück dat de mythologische helden geen residuen uit het verleden zijn, maar onderdeel uitmaken van het heden.
Eurydice went back to hell.
What was difficult
was the travel, which,
on arrival, is forgotten.
Transition
is difficult.
And moving between two worlds
especially so;
the tension is very great.
- Eurydice
Daniel Morris - The Poetry of Louise Glück: A Thematic Introduction
In zijn studie van Louise Glücks werk onderzoekt Daniel Morris, hoogleraar literatuurwetenschap aan Purdue University, hoe de dichteres gebruikt maakt van historische-, mythologische-, religieuze- en sprookjesfiguren om de lezer met een masker op te benaderen. Glücks werk wordt door Morris gekarakteriseerd als commentaar op deze verhalen, waardoor haar ambivalentie ten opzichte van vooral religieuze thema’s duidelijk wordt. Volgens Morris is haar overwegend ‘oneerbiedige’ gebruik van deze verhalen niet alleen een manier om zich te uiten en zich af te zetten tegen dogmatische lezing van verhalen, maar ook om vorm te geven aan de autobiografische tendensen in haar werk. The Poetry of Louise Glück: A Thematic Introduction is volledig online in te zien via onze catalogus.
`